Straatmuzikanten

Philip Runge & Tom Zandhuis
Onze vraag was: Kunnen straatmuzikanten van hun muziek leven ?

Het ontstaan:
Straatmuzikanten zijn er al sinds de middeleeuwen. Ze heetten toen weliswaar nog geen straatmuzikanten, maar smartlappen. Maar wat is een smartlap precies? Een smartlap is een doek dat een bepaalde gebeurtenis afbeeld. Er waren in de middeleeuwen dan mensen die met een aanwijsstok langs de plaatjes gingen op het doek en daarbij zongen ze dan een verhaal. Toen dat op een gegeven moment steeds bekender werd gingen steeds meer mensen het doen. Ook het nieuws werd zo destijds verspreid over verschillende gebieden. Deze muzikanten kwamen vooral voor op kermissen en markten of kwamen langs de deur. Voor wat geld zongen de muzikanten hun lied, vaak een smartlap, begeleid door een draaiorgeltje. Zo’n straatzanger trok rond langs de dorpen. Het verhaal dat de smartlappen zongen was vaak een slecht aflopend verhaal over bijvoorbeeld moord. In de twintigste eeuw werd het opeens heel populair om op straat op te treden. Straatoptredens werden meer levendig en divers. Sommige muzikanten zijn zo hun carrière begonnen. Bob Dylan is een van de meest succesvolle straatmuzikanten die later beroemd werd in deze periode. Hierdoor kwamen er steeds meer bands samen om op straat op te treden.

Straatmuzikanten in Nederland:
In Nederland hebben we ook te maken met straatmuzikanten. Zo was er een Antilliaanse straatmuzikant die 15 jaar lang voor de Hema muziek heeft gemaakt. Jammer genoeg overleed hij in 2012. Ook in Den Haag was een bekende straatmuzikant genaamd Chuck Deely. Sinds eind jaren negentig maakte Chuck muziek op de straten van Den Haag en liet hij omstanders genieten van zijn gezang. Hij overleed toevallig vandaag (dinsdag 10 januari 2017).
Hieronder zie je een interview dat Philip met Gerrie maakte, een straatmuzikant die uit Zaandam komt.







Interview met een straatmuzikant.
Ik kwam afgelopen zaterdag op het Leidseplein in Amsterdam, Gerrie tegen met zijn gitaar en mondharmonica. Ik vroeg Gerrie of ik wat vragen mocht stellen voor school, dat vond hij goed en hij gaf heel openhartig antwoord.
Gerrie woont in Zaandam. Hij is 58 jaar oud en leeft van een uitkering. Op dit moment woont hij bij zijn moeder in, zij kan op dit moment moeilijk voor zichzelf zorgen.


1. Waar ben je opgegroeid? Hoe was je jeugd?
Ik ben opgegroeid in de Jordaan in Amsterdam. Ik ben op mijn zestiende van school gegaan. Ik heb geen diploma, maar heb een opleiding gedaan tot glasblazer. Ik heb mijn jeugd doorgebracht met mijn moeder en zus. Mijn vader was nooit echt in beeld. Met mijn moeder en zus heb ik nog steeds contact.
2. Wat is het raarste wat je hebt meegemaakt?
Ik heb laatst een vechtpartij meegemaakt. Niet tegen mij maar wel in de buurt. Dat was heel heftig. Veel politie en ambulance. Het waren Polen, toeristen die langsliepen. Ze waren waarschijnlijk dronken.
3. Wat is het leukste dat je hebt meegemaakt?
Ik ben verliefd op een hele leuke vrouw. Ze heet Indra. Zij zingt en ik speel gitaar. Ik ken haar uit Zaandam. We hebben elkaar op straat ontmoet. Ze is nu niet mee want ze houdt niet van Amsterdam. Ze vindt het te druk.
4. Hoe is het om te leven als straatmuzikant?
Avontuurlijk! Ik vind muziek maken prachtig! Mensen vinden mijn muziek mooi en ik krijg veel leuke reacties en ik spreek veel mensen. Muziek werkt verbroederend.
5. Kun je er van leven? Hoeveel geld haal je per dag op?
Van de muziek alleen kan ik niet leven. Het is heel verschillend wat ik verdien. Soms kan ik van de opbrengsten een dag wel mijn eten betalen maarmijn vaste lasten red ik niet met het geld dat ik verdien met muziek maken. Het hangt ook af van de plek. Toeristen geven meestal meer dan Nederlanders. Soms is er ook teveel concurrentie. Dan verkas ik naar een andere plek. Amsterdam is in ieder geval beter dan Zaandam. Hier zijn er veel meer mensen en ze zijn vrijgeviger.

Conclusie:
Uit dit onderzoek blijkt dat in ieder geval Gerrie niet volledig van zijn muziek kan leven. Dit geldt natuurlijk niet voor elke straatmuzikant, want daarvoor is dit onderzoek te beperkt.